Station Schellebelle
9260 Schellebelle
België
9 tips om lange afstanden te wandelen
Zo maak je de mooiste lange afstandswandelingen
Voor sommigen volstaat een wandeling rond de blok, met of zonder hond. Anderen binden hun stapschoenen niet aan voor minder dan tien kilometer. En dan heb je de ‘doorstappers’, zij die voor dag en dauw vertrekken en blij worden van het vooruitzicht om pas ’s avonds weer te landen.
Maar hoe organiseer je een langeafstandswandeling? Hoe bereid je je voor? Wat neem je zeker mee, of laat je best thuis achter? Ontdek de tips van twee ervaren langeafstandswandelaars; de Nederlandse schrijver Flip van Doorn, auteur van ‘De eerste wandelaar’ en ‘De Friezen’ en Gilbert Roels, redacteur bij Wandelkrant en voorzitter van Natuurwandelaars vzw.
1. Wandelen in Een lus of een lijn?
Een dagtocht vat je niet aan zonder een degelijk plan. Om een tocht van een twintigtal kilometer te stappen heb je een kaart nodig, maar vooral ook een idee van het soort tocht dat je wilt aanvatten. Dat die best langs knooppunten loopt, lijkt ons vanzelfsprekend, maar dan nog heb je de keuze tussen een lus of een lijn.
‘De ervaring leert dat je bij een wandeling via knooppunten best kiest voor een rondwandeling’, zegt Gilbert Roels. Een lus dus, tenzij je start- en eindpunt beide dicht bij een station liggen. In dat geval kan je ook een wandeling ‘in lijn’ samenstellen, van A naar B en met de trein terugkeren naar je startpunt. We stippelden al een aantal van die stationsstappers uit:
Benedenstraat 1
9506 Geraardsbergen
België
Stationsstapper Zandbergen-Geraardsbergen
NMBS Station Lierde
9570 Lierde
België
Stationsstapper Lierde-Ronse
‘Als je met de auto naar je startpunt rijdt, dan kies je best een plaats uit waar je gratis kan parkeren. Bij een kerk, of een sportcentrum bijvoorbeeld’, zegt Gilbert. Dit soort informatie vind je op de knooppuntenkaarten van Toerisme Oost-Vlaanderen, of op de wandelrouteplanner. Stel je een dagtocht samen, zoek dan een startpunt nabij het symbool voor een gratis parking: een rode P, of een blauwe P. Bij een rode P vind je ook een infobord over het netwerk dat je zal bewandelen.
2. Zorg voor afwisseling tijdens je wandeling
Verandering van spijs doet eten, gaat het spreekwoord. Ook voor wandelen gaat dit op. ‘Hoe meer afwisseling onderweg, hoe leuker een route’, zegt Flip van Doorn. ‘Dat geldt nog meer als het om een langere route gaat. Op wandelkaarten is goed te zien waar bossen, akkerland of dorpskernen liggen. Stippel een route uit die zo veel mogelijk verschillende elementen in zich heeft en voorkom een teveel aan lange en saaie passages. Ook hoogteverschillen maken een tocht aantrekkelijker.’
Stippel je een dagtocht uit met een knooppuntenkaart of de wandelrouteplanner, dan kan je ook kiezen tussen verharde en onverharde paden. Die laatste staan in het oranje aangeduid op de kaart. Hou er rekening mee dat onverharde paden in de winter vaak modderig worden en je tempo zullen beïnvloeden.
Stap je op verharde paden gemiddeld vier tot vijf kilometer per uur, ga er dan vanuit dat je een kilometer minder snel gaat op modderpaden. Bij een tocht van twintig kilometer kan dit een groot verschil maken. Ook hoogtelijnen vind je op de wandelrouteplanner.
Zoek naar het kleinste gesloten cirkeltje om de top van de heuvel te vinden. De lijnen eromheen tonen de ernst van de klim. Hoe dichter ze bij elkaar staan, hoe steviger de klim. Het is uiteraard zo dat klimmen je tempo – of zelfs je humeur – beïnvloedt, maar geen nood: ‘what goes up, must come down’. Newton zei het al. Alles komt goed. Soms ook verloren tijd.
3. Splits je tocht op in etappes
‘Een wandeling van twintig kilometer klinkt een stuk zwaarder dan vier etappes van vijf kilometer’, zegt Flip van Doorn. ‘Bouw bij het plannen van je tocht rustpunten in, plekken waar je pauzeert. Dat kan een café of een eethuis zijn, maar ook een picknicktafel in het bos. Door de totale afstand op te knippen in delen en naar de rustpunten toe te leven, leg je veel makkelijker een flinke totaalafstand af.’
Maak je er een meerdaagse wandeltocht van? Knip je wandelweekend in kleinere stukjes en boek een overnachting. Onderweg kan je ‘s avonds op adem komen in een van de vele B&B’s waarmee het landschap doorspekt is.
Gilbert Roels benadrukt op zijn beurt het nut van een eetpauze halverwege en neemt zelf ook graag een lunchpakket mee. ‘Kies je voor een café, check dan vooraf of het café open is op je wandeldag en of je er je boterhammetjes mag opeten. In dorpscafés kan dat vaak. Brasserieën en eetcafés serveren zelf gerechten en aanvaarden meestal geen wandelaars met eigen picknick.’
Een door Gilbert gewaarschuwd wandelaar is er twee waard. Cafés staan op de knooppuntenkaarten en wandelrouteplanner aangeduid met een tasje. Ook picknickbanken vind je op kaart en planner terug. Handiger wordt het niet!
4. Vermijd blaren
Niets zo vervelend als blaren op je voeten wanneer je nog lang niet thuis bent. Bij een tocht van meer dan twintig kilometer kan dat al eens voorvallen. ‘Iedere wandelaar heeft zo zijn eigen tips om blaren te vermijden’, zegt Gilbert Roels, maar hij zweert bij de volgende:
- Voorkom wrijving! Zorg dat je wandelschoenen een halve of hele maat groter zijn dan je gewone schoenen.
- Zorg ervoor dat je voeten droog blijven, met talkpoeder bijvoorbeeld.
- Hou je voeten soepel met WandelWol, een natuurlijke voetcrème.
- Trek echte wandelsokken aan met een linker- en rechterexemplaar, van Falke of Camano Outdoor bijvoorbeeld.
5. Wandelstok(ken)?
Wandelstokken zorgen voor stabiliteit. En ook voor tempo, op vlak terrein. Denk aan nordic walking, de niet glijdende variant van Langlaufen. Beoefenaars van deze noordse discipline zoeven je wel eens voorbij in het Vlaamse landschap. De wandelstokken die nordic walkers gebruiken kunnen van dienst komen bij een forse dagtocht. Ze zijn licht – gemaakt uit carbon of aluminium – en telescopisch. Dat laatste is handig, want ingeschoven passen ze op je daypack of rugzak.
‘Vlaanderen heeft niet echt een traditie van wandelen met trekking- of telescoopstokken’, zegt Gilbert Roels. ‘Dit in tegenstelling tot Duitsland, Oostenrijk of Zwitserland. Wij hebben dan ook geen echte bergen. Bij droog weer zijn wandelstokken niet echt nodig, maar soms kunnen ze nuttig zijn bij een ietwat steilere afdaling of klim, in de Vlaamse Ardennen bijvoorbeeld. Zeker in de herfst, als er veel bladeren op de paden liggen, of als het pad er na regen glibberig bij ligt.’
6. Regelmatig drinken
Het lijkt overduidelijk, maar het mag benadrukt worden: neem water mee op je dagtocht. ‘Zelfs als de buitentemperatuur niet bijzonder hoog is, verbruik je veel vocht’, zegt Flip van Doorn. ‘Een wandeling is een stevige inspanning en je lichaam geeft ook vocht af wanneer je niet merkbaar transpireert. Zorg daarom dat je voldoende water bij je hebt, anderhalve liter is geen overbodige luxe.
Vul bij elke tussenstop de voorraad bij, ook wanneer je op een terras iets te drinken neemt.’ Bij dat laatste voegen wij graag een andere evidentie toe: sla dat streekbiertje toch maar even af als je nog tien kilometer te gaan hebt. Leg er vooraf enkele fris in de koelkast thuis, voor na de tocht.
7. Geniet onderweg
Een dagtocht van twintig kilometer is niets minder dan een stevige sportieve prestatie. En ‘een prestatie neerzetten is leuk’, zegt Flip van Doorn, ‘maar vergeet niet om onderweg te genieten. De afstand die je hebt afgelegd of de tijd waarin je dat deed, vergeet je. Maar een verbluffend uitzicht, het zonlicht dat door de wolken breekt of een groepje reeën in een weiland blijven je bij.'
'Zorg dat je een open oog en oor houdt voor de schoonheid onderweg. Dan maar tien minuten later op de plek van bestemming.’
8. Zorg voor een leuke finish
‘Een tocht is zo leuk als de laatste kilometers’, geeft Flip van Doorn mee als laatste tip. ‘Een saaie passage langs een drukke autoweg, opkomende blaren of het nemen van een verkeerde afslag kunnen het plezier van een mooie wandeldag overschaduwen. Zorg er daarom voor dat je het mooiste voor het einde bewaart en dat je wandeling een echte apotheose heeft.
Eindig bij een terras, of een gastvrije B&B, waar je de schoenen uit mag trekken en je je even in de watten kan laten leggen.’ Hou dat mooiste stukje voor het einde. En deel je ervaring met #routen via Instagram of Facebook.
9. Hoe een langeafstandswandeling uitstippelen?
Honderden kilometers wandelnetwerken liggen te wachten om door jou ontdekt te worden. De Vlaamse Ardennen, Waasland, Meetjesland en Scheldeland hebben meer dan duizend kilometer uitgestippelde wandelpaden voor je uitgerold, perfect voor je volgende langeafstandswandeling. Maak je eigen wandeltocht of gebruik onze kant-en-klare langeafstandswandelroutes.
Met bewegwijzerde langeafstandswandelingen
De Vlaamse Ardennen tonen zich 's ochtends vroeg op hun mooist. Daarom is de Dauwtrip wandelroute uitgestippeld: 24,6 kilometer langs het magische Burreken en kasseistroken die een belletje doen rinkelen bij de liefhebbers van de Vlaamse wielerklassiekers. Sta voor dag en dauw op en hou je fototoestel klaar om de met klatergoud overgoten landschappen vast te leggen tijdens het gouden uur, een korte maar krachtige periode net na zonsopgang met roder en zachter zonlicht.
Ben je toe aan een forse wandeluitdaging, dan is de Vlaamse Ardennen challenge je op het lijf geschreven, een wandellus van 22,6 kilometer die je tot over de taalgrens katapulteert. Je schiet uit de startblokken op de noordelijke, bosrijke flank van de Pottelberg in D’Hoppe. Onderweg naar Ellezelles kruis je de oude spoorbedding tussen Zullik en Doornik die heraangelegd is als fiets- en wandelpad. Doorkruis je liever een andere regio? Dan zijn onze Van de Faluintjes naar het Kravaalbos, Weekendje Moervaartvallei en Meetjeslandse Bossen wandelroutes ook een optie.
Nog meer lange routes
Boekzitting 10
9600 Ronse
België
Vlaamse Ardennen challenge wandelroute
Station Schellebelle
9260 Schellebelle
België
Stationsstapper Schellebelle-Schoonaarde
Spoorstraat 1
9310 Aalst
België
Van de Faluintjes naar het Kravaalbos wandelroute
NMBS Station Lierde
9570 Lierde
België
Stationsstapper Lierde-Ronse
Gebruik de Oost-Vlaamse wandelnetwerken
Stippel je liever je eigen langeafstandswandeling uit? Oost-Vlaanderen telt verschillende wandelnetwerken. Zo vind je in het Waasland de Moervaartvallei, een groene long in het noorden van Oost-Vlaanderen en het overstromingsgebied Grenspark Groot Saeftinghe, goed voor 420 kilometer wandelwegen.
Elk van die wandelnetwerken heeft een netwerkkaart waarmee je je wandelroutes aan de hand van de wandelknooppunten zelf kan uitstippelen. Zo maak je elke route die je volgt zo uitdagen of rustig als je zelf wil.
Stippel online je eigen LangeAfstandswandelroute uit
Met de wandelrouteplanner stippel je snel en eenvoudig je eigen langeafstandswandelroute online uit.
Op de kaart vind je alle wandelnetwerken in Vlaanderen met wandelpaden en-knooppunten en een fijne selectie van cafés, restaurants en bezienswaardigheden. Klik rechts in het controlepaneel op ‘interessante plaatsen’ en selecteer leuke stops zoals cafés en rustplaatsen om ze tevoorschijn te toveren.
Geef een startplaats in en klik op het knooppunt waar je de route wil starten. Daarna klik je een voor een op de knooppunten waar je zeker langs wil wandelen. De wandelrouteplanner doet de rest!
Terwijl je je wandelroute plant, krijg je meteen de lengte van je wandeltocht te zien en welke knooppunten je volgt. Is je wandeling volledig uitgestippeld? Download de wandelroute als gpx-bestand voor je gps (hier lees je hoe dat moet), print ze af op papier of importeer ze in een wandelknooppunten-app.
Laat je verrassen
Probeer zeker eens de ‘surprise me’-functie. Duid lukraak een knooppunt aan, laat weten hoe ver je graag wil wandelen en het systeem tekent een route uit. Met wat geluk ontdek je wegen en paadjes waarvan je zelfs het bestaan niet wist.
Met dank aan:
- Gilbert Roels, journalist van De Wandelkrant en voorzitter van Natuurwandelaars vzw
- Flip van Doorn (NL), auteur van het boek ‘De eerste wandelaar’ (2017) en ‘De Friezen’ (2021)
Meer inspiratie
Plan je volgende trip met deze toppers